Het afwisselen van voer

Verschillende soorten voer afwisselen, mag dat zomaar?

Als het gaat om het voeren van je hond of kat, heb je misschien wel eens gehoord dat je het beste één soort voer kiest en dat consistent blijft voeren. Het idee is dat je hond of kat zijn lichaam moet laten wennen aan een nieuwe voeding en een nieuwe voeding zou kunnen leiden tot spijsverteringsproblemen. Maar is dat echt zo? Mag je verschillende soorten voer afwisselen of is het beter om bij één merk of type voer te blijven? In deze blog gaan we dieper in op deze vraag en kijken we naar de voordelen van afwisseling in het dieet van jouw huisdier.

Als eerste zullen we eens gaan bekijken waar de uitspraak vandaan komt dat je het beste één soort voer geeft. Dit wordt namelijk nog regelmatig eens aanbevolen. Dit wordt geadviseerd omdat er lichte spijsverteringsklachten kunnen ontstaan als je een nieuwe voeding geeft. Bij een nieuwe voeding moet het lichaam er namelijk eerst even aan wennen. Spijsverteringsklachten, zoals diarree, komen daarbij nog wel eens voor. Deze klachten kunnen enkele dagen aanhouden, wat natuurlijk vervelend is voor jouw hond of kat. Gelukkig verdwijnen deze klachten normaal gesproken vanzelf, zodra het lichaam aan de voeding gewend is geraakt.

Betekent dit dat het afwisselen van voer slecht is? Nee! Hoewel spijsverteringsklachten zeker niet prettig zijn komt dit gelukkig lang niet altijd voor. Ook willen lichte, tijdelijke spijsverteringsklachten niet altijd zeggen dat je geen voer mag afwisselen. Natuurlijk moet je wel goed kijken wat jouw maatje wel of niet kan verdragen; als jouw hond of kat iedere keer veel last van de overgang naar een andere voeding heeft kan het beter zijn om niet (te veel) te wisselen.

Voordelen van afwisseling

Om te beginnen kijken we even naar wat een ‘volledige’ of ‘complete’ voeding is. Om compleet of volledig te mogen heten moet in Nederland de voeding voldoen aan bepaalde minimumeisen; er zitten minimale hoeveelheden eiwitten, vetten en bijvoorbeeld vitamines in de voeding. Bij complete voedingen wordt er hierdoor vaak vanuit gegaan dat, omdat het aan de richtlijnen voldoet, hier alles in zit wat een hond of kat nodig heeft. Helaas is het in de praktijk niet altijd zo simpel; de eisen om een voeding compleet te mogen noemen zijn erg minimaal. Ze zijn erop gericht om een dier in leven te houden en niet om een dier te laten floreren. Ook kan het zijn dat een bepaald dier een verhoogde behoefte heeft aan bepaalde voedingsstoffen; bijvoorbeeld door een (actievere) levensstijl, de leeftijd van het dier, bepaalde aandoeningen of genetische aanleg. Met het samenstellen van complete voedingen wordt met deze verhoogde behoefte geen rekening gehouden. Dat is ook niet mogelijk, want ieder dier heeft net even wat anders nodig!
‘Aanvullende’ voedingen voldoen niet aan de minimale richtlijnen voor een complete voeding. Dit zien we bijvoorbeeld regelmatig bij KVV’s (rauwe vleesvoedingen). Dit soort voedingen moeten afgewisseld worden, omdat er anders voedingstekorten zullen ontstaan.

Wanneer je één soort voer langdurig gebruikt ben je eigenlijk op één paard aan het wedden. Je gokt erop dat er daadwerkelijk alles in zit wat jouw maatje nodig heeft. Helaas is dat in de praktijk niet altijd het geval. Dat is een van de redenen waarom ik, wanneer een dier het verdraagt, aanraad om verschillende soorten voer af te wisselen. Je spreid namelijk je kansen; de kans op voedingstekorten of -overschotten wordt hiermee kleiner. Er zijn bovendien meer voordelen. Door afwisseling in de voerbak blijven honden en katten vaak beter eten. Het voer blijft interessanter, want er zit regelmatig een ander smaakje in de bak! Net zoals we zelf ook liever niet dag in, dag uit dezelfde maaltijd eten.

Als je brokken geeft heeft het afwisselen met een vers vlees voeding (uiteraard enkel indien dat passend is bij jouw hond of kat!) extra voordelen; vers vleesvoedingen bevatten meer eiwitten en vetten en minder koolhydraten en daarnaast bevat het veel vocht. Dit sluit beter aan op het natuurlijke dieet van een hond of kat. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat het geven van (volledig of deels) verse voeding bijdraagt aan een divers (darm- en huid)microbioom, wat kan leiden tot bijvoorbeeld een gezondere huid en betere darmgezondheid.¹

Nog een voordeel van het afwisselen van verschillende soorten voer is dat je makkelijker kunt schakelen naar een andere voeding als dit plots nodig blijkt te zijn. Stel je gaat (vrij onverwacht) met je hond op vakantie en jouw hond eet altijd KVV (een rauwe vers vlees voeding). Als het meenemen hiervan niet mogelijk is dan is het fijn als jouw hond al af en toe brokken of bijvoorbeeld een blikvoeding gewend is. Of als jouw hond of kat door een aandoening of operatie bijvoorbeeld tijdelijk een andere voeding nodig heeft.

Je kunt afwisselen tussen verschillende merken en smaken van hetzelfde type voer. Geef je brokken? Dan kun je bijvoorbeeld brokken op basis van kip, vis en of lam afwisselen. Maar wist je al dat je ook verschillende soorten voer kunt afwisselen? Het is helemaal oké om bijvoorbeeld een brokvoeding met een vers vlees voeding (KVV) te combineren! Er wordt (online) nog wel eens aangegeven dat dit niet kan, of enkel met meer dan 8 uur tussen de maaltijden, omdat het niet goed zou zijn als het tegelijkertijd verteerd moeten worden, door een ander verteringsproces. Deze informatie is echter inmiddels achterhaald. Je mag zelfs, als de hond of kat het goed kan verdragen, brokken en KVV in één maaltijd combineren.

Hoe pak je het afwisselen het beste aan?

• Introduceer een nieuwe voeding rustig
  Begin altijd met een klein beetje van de nieuwe voeding gemengd met de oude voeding, bijvoorbeeld 25% nieuw en 75% oud voer. Gaat dit goed? Dan kun je de hoeveelheid van de nieuwe voeding geleidelijk verhogen naar 50/50, enzovoorts. Zo nodig kun je deze stap vertragen door stapjes van bijvoorbeeld 10% te maken
• Geef maximaal één nieuwe voeding tegelijk
  Introduceer steeds één nieuwe voeding en wacht totdat je huisdier goed gewend is aan de nieuwe voeding voordat je opnieuw iets nieuws toevoegt.
• Kies bewust welk voer je aanbied
  Let goed op de ingrediënten en de samenstelling van de voedingen waarmee je afwisselt. Kies voedingen die passen bij de specifieke behoeften van jouw huisdier.
• Je hoeft niet eindeloos af te wisselen
  Het is niet nodig om iedere keer een volledig nieuwe voeding uit te kiezen. Als je een paar soorten hebt gevonden waar jouw hond of kat goed op reageert, kun je die soorten blijven afwisselen.
• Afwisseling hoeft niet per se elke maaltijd
  Je hoeft niet per se elke maaltijd af te wisselen. Je kunt er ook voor kiezen om bijvoorbeeld iedere 2 weken of per maand een andere variant te kopen en zo af te wisselen.
• Let op reacties van je huisdier
  Merk je dat je hond of kat moeite heeft van de voerwisselingen? Stop dan met afwisselen of zoek begeleiding hierbij. Soms lukt het wel om af te wisselen tussen verschillende smaken van hetzelfde merk, omdat de basisformule in veel gevallen hetzelfde is.
  Lukt afwisselen niet? Ga het dan niet forceren.

Naast het afwisselen van voedingen is het gezond om voedingen aan te vullen met zogenaamde functionele toevoegingen. Dit zijn extraatjes die je bij de maaltijd geeft met gezondheidsvoordelen, zoals groente, fruit, bottenbouillon, ei en meer. Deze functionele toevoegingen wissel je ook af; zodat je zoveel mogelijk voordeel hieruit kunt halen en ter voorkoming van overschotten van bepaalde stofjes. Meer over functionele toevoegingen leren? Stay tuned!

De conclusie is dus dat afwisseling, mits de hond of kat het verdraagt, helemaal geen slecht idee is. Het zorgt voor een gevarieerder dieet en extra smakelijkheid!

Ben je benieuwd welk voer het beste past bij jouw huisdier? Neem dan contact met me op voor advies op maat.

1. ^{Leverett et al – Fresh Food Consumption Increases Microbiome Diversity and Promotes Changes in Bacteria Composition on the Skin of Pet Dogs Compared to Dry Foods} ↩︎