Dagelijks zie ik op social media talloze advertenties voor hondenvoer voorbij komen. Nieuwigheden, trends, bijzondere beloftes. Facebook weet inmiddels dat voeding mijn interesse heeft, dus (bijna) alles komt bij mij voorbij.
Veel van die zogenaamd nieuwe merken zijn eigenlijk helemaal niet zo vernieuwend. Vaak is het gewoon een bekend type voer, soms met net even andere ingrediënten of in een ander jasje. Is dat erg? Nee hoor, dat hoeft niet. Het betekent natuurlijk niet persé dat het slecht is. Toch kijk ik altijd even wat beter wanneer ik iets nieuws tegenkom. Is het de moeite waard om te onthouden, of kan dit ‘nieuwe’ voer beter snel weer verdwijnen?
Af en toe komt er iets voorbij dat in eerste instantie wél echt vernieuwend lijkt. Maar vaak blijkt, als je beter kijkt, dat het toch niet zo nieuw is. Sommige merken zijn enorm goed in marketing en weten hun voer prachtig te presenteren. Voor de gemiddelde hondeneigenaar is het dan best lastig om daar doorheen te prikken. Want hoe weet je nu wat echt goed is?
Wat mijn aandacht trok
Laatst kwam er iets voorbij dat mijn interesse wekte. Een type voer dat we in Nederland nog niet echt kennen. “Woohoo, iets nieuws”, dacht ik. Tijd om er eens goed voor te gaan zitten.
Ik heb de voeding bekeken, én natuurlijk alle mooie marketingclaims die het merk erbij doet. Graag wil ik dat met je delen, zodat ik kan helpen met het maken van een bewuste keuze. Waar kunnen we doorheen prikken, en waar heeft het merk misschien een punt?
Het is niet mijn intentie om merken zwart te maken of juist op te hemelen. Ik wil alleen laten zien hoe ik ernaar kijk. Daarom noem ik bewust geen merknamen. Het is daarnaast ook goed mogelijk dat er inmiddels meerdere merken zijn die dit type voer aanbieden, en daar kunnen natuurlijk kwaliteitsverschillen tussen zitten. Bekijk dus altijd goed het voer dat je daadwerkelijk voor je hebt, en oordeel zelf wat je ervan vindt.
Wat is dit nieuwe type voeding?
We kennen allemaal de bekende soorten hondenvoer: brokken, vers vlees, houdbare vleesvoedingen (zoals blikjes of gestoomde worsten) en tegenwoordig ook vers gekookte maaltijden (zelf gemaakt of kant-en-klaar). Daar kunnen we nu een nieuw type aan toevoegen. Voor het gemak noem ik het even een poedermaaltijd.
Hoe werkt dat? Het is een poeder dat je met water mengt. Zo ontstaat er een soort papje. Je kunt het poeder op kamertemperatuur bewaren, dus het is makkelijk in gebruik.
Wat zegt het merk zelf?
Volgens het merk is dit voer:
- Gezond
- Makkelijk & zonder gedoe te gebruiken
- Vrij van schadelijke stoffen
- Minder bewerkt (dan brokken)
- Gemaakt van hoogwaardige, natuurlijke ingrediënten
Daarnaast wordt er handig vergeleken met andere soorten voeding. Brokken zouden te sterk verhit zijn (slecht!), rauw vlees zou mogelijk schadelijk zijn, natvoer zou gemaakt zijn van slechte ingrediënten, zelf koken zou niet compleet zijn en voorgekookte maaltijden zouden op te hoge temperatuur bereid worden.
De boodschap is duidelijk: als we het beste willen voor onze hond, moeten we voor de poedermaaltijd kiezen.
Maar is dat ook echt zo?
Mijn kijk erop
De nadelen die ze bij andere voedingen noemen, zijn slim gekozen. Natuurlijk heeft elk type voeding z’n voor- en nadelen, maar rauw voer is (mits passend voor de hond) echt niet altijd schadelijk. Bij juist gebruik is het risico minimaal.
Ook gekookte voedingen worden inderdaad verhit, maar dat gebeurt meestal op een relatief lage temperatuur. Dat kun je dus niet vergelijken met de hoge verhitting bij het maken van brokken.
De nadelen van hun eigen product worden natuurlijk niet genoemd. Dat zou marketingtechnisch ook niet zo handig zijn 😉. Toch zie ik bij dit type voeding wel een aantal punten die minder positief zijn.
- Minimale bewerking:
Ze zeggen dat het voer minimaal bewerkt is en niet verhit wordt zoals brokken. Maar vlees is niet zomaar houdbaar op kamertemperatuur. Om dat te bereiken moet het bewerkt worden, bijvoorbeeld door het te verhitten. Ook door vlees te drogen kun je het houdbaar maken, en dat gebeurt doorgaans ook bij hogere temperaturen.
Vriesdrogen zou een methode zijn om vlees houdbaar te maken zonder sterke verhitting, maar dat is een duur proces. Gezien de prijs van dit voer lijkt dat me in dit geval onwaarschijnlijk. Bovendien zou het merk het dan vast trots benoemen als vriesgedroogd, want dat klinkt veel beter dan ‘luchtgedroogd’. Het is dus waarschijnlijk sterker bewerkt dan het lijkt. - Ingrediënten:
Als ik naar de ingrediënten kijk, lijkt de samenstelling veel op die van een gewone brok. Het vleesgehalte is laag (minder dan 30%) en er zitten veel koolhydraatbronnen in zoals rijst en aardappel. Er zit dus meer plantaardig dan dierlijk in. Niet ideaal voor een vleeseter, als je het mij vraagt. - Analyse:
De analyse verschilt per smaak, maar over het algemeen vind ik het eiwitgehalte wat laag, soms zelfs erg laag. Het voldoet wel aan de minimale richtlijnen die we in Nederland gebruiken (FEDIAF), maar ik vind het zeker niet optimaal. Ook het vetgehalte is laag. Al met al is de samenstelling niet bepaald indrukwekkend. - Vorm:
De poedervorm klinkt handig en extra vocht bij de maaltijd vind ik altijd goed. Maar dat kun je ook makkelijk bereiken door simpelweg wat water of bottenbouillon aan gewone brokken toe te voegen. Vleesvoedingen bevatten van zichzelf al meer vocht. De vorm zelf biedt dus weinig echte voordelen. - Gebit:
Zetmeel plakt aan de tanden en zorgt voor tandplak. Dat zien we, vanwege de ingrediënten, vooral voor brokken. En dit type voer bevat net als brokken veel zetmeel. Brokken hebben daarbij nog het voordeel dat ze door het kauwen het gebit enigszins mechanisch reinigen. Dat effect mis je bij deze voeding.
De beste voeding voor het gebit is er een met een matig zetmeelgehalte. Honden die vers vlees eten, hebben over het algemeen minder tandplak. Al speelt erfelijkheid ook een rol: de ene hond heeft er sneller last van dan de andere. - Bewaren en gemak:
Bij het product wordt aangegeven dat het gemakkelijk in gebruik en bewaard kan worden. Daar hebben ze wellicht wel een punt. Je hebt geen diepvries- of koelkastruimte nodig om de voeding te bewaren. Maar…dat heb je bij een brok- of houdbare vleesvoeding ook niet nodig!
Gewone brokken zijn makkelijker in gebruik; je hoeft dit niet eerst nog te mengen met water. Hoewel het toevoegen van wat extra vocht bij brokken zeker ook wel voordelig kan zijn.
Conclusie
Wat vind ik van dit nieuwe type voeding?
Zoals je waarschijnlijk al gemerkt hebt, ben ik niet heel enthousiast. Het wordt mooi gepresenteerd, maar in de praktijk is het eigenlijk best wel vergelijkbaar met een gewone brok. En dan nog niet eens eentje van bijzonder hoge kwaliteit.
Zou ik er zelf voor kiezen? Nee, niet zo snel. De samenstelling valt me tegen en de vorm heeft weinig meerwaarde.
Wil je je hond écht vers en puur voeren, dan raad ik een KVV (rauwe vleesvoeding) of een (kant-en-klare) gekookte voeding aan. Dat zijn in mijn ogen de soorten die het minst bewerkt zijn en het beste aansluiten bij wat een hond van nature nodig heeft.
Wil je liever geen vlees voeren, kies dan liever voor een goede kwaliteit brok dan voor een poedervoeding met een matige samenstelling.
Disclaimer
Het is niet mijn bedoeling om merken of producten zwart te maken.
Het doel van dit artikel is om hondeneigenaren te helpen beter te begrijpen wat ze hun hond geven, en om door marketingclaims heen te kijken.
Voor dit artikel heb ik een specifiek merkvoer bekeken, maar ik noem bewust geen namen. Het gaat mij om het type voeding, niet om het merk zelf. Er zijn mogelijk ondertussen meerdere merken die vergelijkbare producten aanbieden, en daar kunnen kwaliteitsverschillen tussen zitten.
Dit artikel is bedoeld voor algemene informatie en vervangt geen advies van een dierenarts of voedingsdeskundige. Eigenaren zijn zelf verantwoordelijk voor het beoordelen van de voeding van hun hond.